Diagnostiek
De diagnose van cutane vasculitis wordt gesteld op basis van de typische huidafwijkingen (rode of paarse niet wegdrukbare afwijkingen van de huid). Bij 30-63% van de patiënten is de vasculitis beperkt tot de huid en is er geen systemische ziekte.
Het verdere onderzoek hangt met name af van de onderliggende oorzaken (CBO consensus kleine vaten vasculitis;
Infecties 3-35%
Medicatie 1-15 %
Maligniteiten 2-10 %
Bindweefselziekte 8-23 %
RA 1-12 %
SLE 2-8 %
Ziekte van Sjögren 2-3 %
Ziekte van Behçet 2-3 %
Sarcoïdose 1-2 %
Hypergamma-globulinemie 2-4 %
Cryoglobulinemie 1-7 %
IgA vasculitis HSP 4-23 %
PAN 2 7 10 4 2-10 %
GPA 2-6 %
EGPA 1-3 %
Darmziekten 2-5 %
Overig 1-3 %
De infecties die het meest gerapporteerd worden zijn bacteriële infecties met voornamelijk
streptokokken, en virale infecties (hepatitis B en C).
Medicatie die vasculitis kan uitlokken is onder andere; Insuline, antibiotica, anti-epileptica, plastabletten pijnstillers (aminosalicylic acid, phenylbutazone), phenothiazine,
vitamines, quinine, streptokinase, tamoxifen, orale anti conceptie, Kalium jodide, granulocyte colony stimulating factor (GCSF), leukotriene inhibitors (montelukast), interferons (IFN-g/a), nicotinepleisters, TNF blokkers
Typerend is dat de vasculitis optreed 7-10 dagen nadat er nieuw medicatie gestart is.
Dit geldt niet voor levimasole en propylthiouracil welke ANCA geassocieerde vasculitis kan induceren.
Maligniteiten die bij vasculitis gevonden kunnen worden zijn vaak paraproteïnemieën of
lymfoproliferatieve aandoeningen. Het aandeel van solide tumoren is klein.
Biopsie van de aangedane huid
Bij een biopsie wordt er onder lokale verdoving een klein stukje weefsel weg gehaald van de aangedane huid. Dit wordt gedaan met een ponsbiopteur en hechten is meestal niet nodig.
Bij een zogenaamd tweetraps biopt waarbij ook een dieper gelegen middelgroot vat gebiopteerd kan worden is soms wel een hechting nodig.
Het stukje huid wordt vervolgens onder de microscoop bekeken door de patholoog. Belangrijk is na te gaan of een klein vat dan wel een middelgroot vat aangedaan is. Daarnaast het het heel belangrijk dat er gekeken wordt of er eiwitten zijn neergeslagen; IgG en complement bij cryoglobulinemsiche vaculitis, IgA bij IgA vasculitis, geen eiwit neerslag maar alleen kapotte neutrofiele granulocyten bij leukocytoclastische vasculitis.
De verdere diagnostiek wordt bepaald door de achterliggende oorzaak.